Geloof in de vooruitgang

Van 1940 af, minder traditie, meer technologie

Na de oorlog was er in deze streek een grote aanwas van arbeidskrachten, tot wel 500 per jaar. Die konden niet allemaal op het land of in de bestaande nijverheid werken. Er was een grote behoefte aan arbeidsplaatsen. Voor boerenzonen (en dochters) lokte de industrie, werk in de fabriek werd steeds vanzelfsprekender. Een vast inkomen, sociale voorzieningen, kortere werkdagen en meer vrije tijd maakten de overstap naar nijverheid aantrekkelijk. Verdergaande industrialisatie was dus noodzakelijk.

Cuijk had intussen een reputatie op het gebied van eenvoudige, arbeidsintensieve nijverheid (zie venster Nieuwe tijd, nieuwe nering). Cuijk lag bovendien gunstig, aan een rivier en met spoorverbinding. De dorpen in de omgeving leverden arbeidskrachten die nijverheid konden combineren met werk op het land. Hierdoor konden de lonen laag blijven.

En het Cuijkse gemeentebestuur pakte het voortvarend aan. Het creëerde een klimaat en sfeer waarin het goed wonen en werken was. Het werd een eclatant succes, bijna een sprookje. In die tijd hoorde men wel eens: “in Cuijk bouwt men geen fabrieken, ze stampen ze eenvoudig uit de grond”.

Industrieterrein De Beijerd en `t Riet Homburg Slijpsteen industrie De Maas Royal Manten Transportwerktuig

Industrieterrein De Beijerd en `t Riet

En niet alleen fabrieken, ook een nieuw gemeentehuis, een fraaie brandweerkazerne, een maasboulevard en zelfs een schouwburg werden bijna op één dag geopend. Later kwamen daar nog bij: een sportpark, een technische school, een bibliotheek, een zwembad, het kon niet op. Buurtgemeenten hadden het al over hoogmoedswaanzin.

Met de opening van de Royal schrijfmachinefabriek in 1956 werd de kroon gezet op 10 jaar industrialisatie. Cuijk had in 10 jaar tijd 1500 (!) nieuwe arbeidsplaatsen geschapen. De industrialisatiepolitiek was zelfs zo succesvol dat er op het hoogtepunt in 2 maanden tijd 9 verzoeken binnenkwamen voor bedrijfsvestiging. Met de nu onvoorstelbare reaktie van het gemeentebestuur tot weigering van vestiging. De bestaande bedrijven hadden al moeite genoeg aan voldoende personeel te komen.

Dia van Royal voor bioscoopreclame

Royal

Burgemeester Janssen was van oordeel dat ook meer meisjes de weg naar de industrie dienden te vinden. Naar zijn mening hoefde men hiertegen geen bezwaar te hebben gezien de aard van het werk en, u leest dit goed, ‘gelet op de aandacht die in overleg met de geestelijkheid aan de sociale verzorging en geestelijke vorming van het vrouwelijk personeel wordt verleend’.

Niks quota voor vrouwen, een non erbij en aan het werk.

Om al dat nieuwe werkvolk te huisvesten werden er hele wijken aan de kern geplakt. In het noorden de Valuwe, later in het zuiden de Padbroek en nog later volgde de uitbreiding ‘over het spoor’, de Heeswijk.

Cuijk als werkgemeente voor vele werknemers, ook uit de wijde omgeving, waaronder de kop van Noord-Limburg. De industrie bracht nieuwe welvaart in een gebied waarvan de bestaande traditionele bestaansbronnen niet meer toereikend waren.

Er is ook een andere kant van de medaille. Bij de economische recessie(s) van af de jaren 70 vielen er rake klappen. Sluiting van arbeidsintensieve industrie betekent grote werkloosheid. Stukje bij beetje is Cuijk weer uit het dal geklommen, maar sommige oud bestuurders zullen met weemoed terugdenken aan de gouden jaren ‘50 en ‘60.

Natuurlijk heeft Cuijk enorm geprofiteerd van de economische boom in die tijd, als ook van de hulp van de Amerikanen (Marshallplan). Maar was er nog iets meer, iets extra’s, een geheim?

De dynamische burgervader Janssen, de lage lonen, de deelname van meisjes aan het arbeidsproces? De directeur van Royal schrijfmachines vond bijvoorbeeld het ontbreken van opleidingen geen probleem: ‘de persoon geeft de doorslag’ zei hij in een interview in 1956 – en dat vindt een bedrijf als Google tegenwoordig ook.  Of Simon Homburg, hij had het over jongens uit de agrarische hoek, ‘die zijn gewend hard te werken en nölen (zeuren) niet’, ook wat voor te zeggen.

Opvallend is wel de altijd aanwezige pastoor bij bedrijfsopeningen destijds. Zo ook bij de opening van de nieuwe fabriek van het succesvolle Smits Stalen Meubelen uit Beers. Deze werd voorafgegaan door een heilige mis, geleid door ‘bouwpastoor’ Smits himself, waarna de pastoor zowel het pand als de machines inzegende.

We zouden het weer eens kunnen proberen……..

In een verdiepingsvenster leest u meer over een aantal bedrijven van na de oorlog. Korte beschrijvingen van het bedrijf, anekdotes of een heel persoonlijk verhaal.