Truus Telkamp, strijden in het verborgene

De mensen die zij vreesden

Ook al heb je het niet gelezen, bijna iedereen kent de hoofdpersoon uit het verhaal van Theun de Vries, ‘Het meisje met het rode haar’. Een boek over Nederlands bekendste verzetsheldin Hannie Schaft. Zij koos voor gewapend verzet een heeft daadwerkelijk verraders geliquideerd. Drie weken voor de bevrijding, wordt Hannie in de duinen van Bloemendaal geëxecuteerd. Het eerste schot is mis. ‘Ik schiet beter’, zijn de laatste woorden van het meisje dat zich tot het einde toe tegen de nazi's heeft verzet. In het gewapende verzet zaten vooral mannen. Vrouwen in het verzet verzorgden onderduikers of brachten als koerierster berichten rond. Zo ook Truus Telkamp uit Cuijk, een van de vele verzetsmensen die zich helemaal ingezet hebben voor de vele onderduikers.

“Bij de Cuijkse ‘ondergrondsen’ had je actieve en passieve verzetsmensen. Actief waren zij die zaakjes uitvoerden met het doel het de bezetter zo lastig mogelijk te maken. Passief waren zij die, ook niet zelden met gevaar voor eigen leven, onderdak boden aan diegenen die gezocht werden door de Duitsers; Joden, verzetsmensen, gestrande geallieeerde soldaten of simpelweg mensen die de bezetter graag in Duitsland te werk wilde stellen. Wij slaagden er meestal wel in voor deze mensen een veilig onderdak te vinden. Hulde aan de bevolking van Vianen waar zo ongeveer ieder huis onderduikers had. Respect ook voor al die moeders van grote gezinnen, aan huis gebonden konden zij bij eventueel onraad niet zo snel vluchten. Die gezinnen droegen in feite het verzet”.

truustelkamp

Truus Telkamp

Aldus Truus van Kempen - Telkamp, dochter van pontveer (Cuijk-Middelaar) eigenaar Telkamp. Zij woonde in de oorlog in de Maasstraat in Cuijk en was onderwijzeres.

Tijdens de mobilisatie heeft Truus, samen met een groot aantal jongeren, bij dokter van den Broek de cursus Eerste Hulp aan Oorlogsslachtoffers gevolgd. Die kon ze al spoedig in de praktijk brengen. “10 mei 1940 trokken de eerste vijandelijke troepen, met Nederlandse krijgsgevangenen, langs de oude lindeboom door de Grotestraat in Cuijk. In de meisjesschool bij het klooster van de zusters werd een noodhospitaal ingericht en wij werden opgeroepen te assisteren. Er werden die dag veel ernstig gewonde soldaten binnengedragen, sommige afschuwelijk verminkt. Met ontzetting heb ik, amper 21 jaar, mijn taak kunnen verrichten. Later nam het leven weer zijn normale gang, maar velen waren bereid iets voor het vaderland te doen”.

Truus Telkamp had net de ‘Acte van Onderwijzeres’ behaald in Nijmegen. Ze werkte aan verschillende scholen in Cuijk, St Agatha, Katwijk en Vianen. Zodoende had ze veel mensen leren kennen en was ze in staat goede schuilplaatsen te vinden.  Huisbezoek viel ook bij haar beroep dus dat viel niet veel op. Bovendien bleef ze in de lunchpauzes over als alle kinderen naar huis waren. Dan konden nieuwe onderduikers zich onopvallend bij haar melden.

“Iedereen hielp iedereen. Ook de jongemannen die werden opgeroepen voor de Arbeidsdienst in Duitsland. Die werden aanvankelijk ondergebracht en te werk gesteld als onmisbare helpers bij boeren, bakkers, slagers, schoenmakers etc.. Later doken ze onder”.

Ze slaagde er ook in voor veel Joden een veilige schuilplaats te vinden in Vianen. Echter niet voor haar goede buren de Cohens. Zij werden, nota bene door tussenkomst van de Joodse Raad, opgehaald. “En zo zag ik de 82 jarige moeder Saartje van haar achterraam telkens twee of drie van haar kinderen uitzwaaien. Zij zelf wilde geen schuilplaats”. “Bid maar voor ons”, zei ze, “eens zal Hij toch wel komen”.

Truus heeft zich ook verzet tegen de plannen om burgermeester Starkenborgh om te brengen. De man was fout, maar ook een sul. Hij deed niemand kwaad en een aanslag op zijn leven zou wel een grote razzia tot gevolg hebben.

wimjansen

Wim Jansen

Iedere woensdag en zaterdag fietste Truus naar Nijmegen voor verdere studie. Daar trof ze andere verzetsstrijders om zaken met elkaar te bespreken. Gaandeweg raakte het verzet beter georganiseerd. In 1942 was er een landelijke overkoepelende organisatie en Cuijk was ingedeeld bij het district Vierlingsbeek. Districtleider was de jonge student Wim Jansen uit Vierlingsbeek. Begin 1944 dook hij onder bij de familie Verplak in Vianen. Wim is uiteindelijk opgepakt in Weert tijdens een vergadering van de districtleiders. Een inval door de Sicherheitspolizei, ze waren duidelijk verraden. Wim Jansen overleed op 25 februari 1945 in het concentratiekamp Buchenwald.

Uiteindelijk moest Truus tegen het einde van de oorlog zelf onderduiken, bij de familie Verhasselt in Gennep. Daar ging ze gewoon verder, ze heeft veel terugkerende Nederlandse jongens van valse papieren kunnen voorzien. Later kwam ze terecht bij beeldhouwer Jac Maris in Heumen. Daar hadden de geallieerden een hoofdkwartier waar Truus optrad als tolk en werkte voor de Engelse inlichtingendienst.

En na de oorlog? Ze ging weer aan de slag als onderwijzeres. Verzetsvrouw Truus was weer gewoon juf Telkamp.

Vianen schoolteam 1942 v.l.n.r. Juff. Telkamp, Frans Beelen, Antoon van Raay, Theo Vos, en Juff. Verhaag.

Vianen schoolteam 1942
v.l.n.r.
Juff. Telkamp, Frans Beelen, Antoon van Raay, Theo Vos, en Juff. Verhaag.

Met dank aan Theo Peters-Sengers die Truus Telkamp in 1994 interviewde voor de jubileumedities ’Cuijk 50 jaar bevrijd’ van het Cuijks Weekblad.